Ik heb een...

Bewaren van steriele materialen (verbandmiddelen)

Bewaren van steriele materialen (verbandmiddelen)
Voorbereiding
  • Doelgroep

    • Verpleegkundigen / verzorgenden
    • Specialisten ouderengeneeskunde
    • Behandelend arts
    • Alle medewerkers die zorghandelingen uitvoeren
  • Locatie

    • Verpleeghuis
    • Verzorgingshuizen
    • Woonzorgcentra
    • Kleinschalige woonvormen
    • Thuiszorg
    • Wijkzorg
    • Gehandicaptenzorg
  • Benodigde materialen

    • Alcohol 70%
    • Gripzakje
    • Wondzorgbak (afsluitbaar)

    Voor eisen materialen zie protocol Benodigde materialen

Toepassing
  • Doel

    Het behouden van de steriliteit van verbandmiddelen en andere materialen, door opslag op de juiste wijze. De steriliteit moet behouden blijven tot gebruik bij de cliënt.

  • Waarom

    De steriliteit van verbandmiddelen is belangrijk om besmetting van wonden via verbandmiddelen te voorkomen. Verbandmiddelen zijn steriel, mits:

    - de niet is overschreden, én;
    - de verpakking niet beschadigd of geopend is, én;
    - de verpakking niet nat geworden is.

    verbandmiddelen moeten altijd apart van niet- verbandmiddelen opgeslagen worden in een schone ruimte.

    Houd de voorraden zoveel mogelijk stofvrij. Stof bevat , waardoor verbandmiddelen besmet kunnen raken.

  • Wanneer

    Bij opslag van materialen in de algemene voorraden, maar ook op de cliëntenkamers.

    van magazijn -> afdelingsvoorraad -> cliëntenkamer.

    Niet-gebruikte verbandmiddelen die op een cliëntenkamer zijn geweest mogen niet teruggeplaatst worden in de afdelingsvoorraad of het magazijn.

Werkwijze
  • Eisen aan de algemene afdeling voorraadkast

    • Plaats de kast in een schone en droge ruimte met een laag besmettingsrisico (bijvoorbeeld een kantoor of medicijnkamer).
    • De medicijnruimte is geschikt als opslag, mits afgesloten en mits deze alleen gebruikt wordt voor opslag van schone materialen (medicatie, verbandmiddelen).
    • Gebruik een dichte kast (of kastgedeelte) die stofvrij is.
    • Gebruik een kast van goed te materiaal.
    • Zorg dat de kast (of kastgedeelte) herkenbaar is als opslag voor verbandmiddelen.
    • Breng een scheiding aan tussen en niet- materialen: Plaats verbandmiddelen in een aparte kast of apart kastgedeelte.
    • Bij gebruik van een apart kastgedeelte:
    • Plaats de verbandmiddelen op de bovenste schappen.
  • Inrichten van de afdelingsvoorraad

    • Haal de distributieverpakkingen uit de transportverpakking;
    • Gebruik bakken voor het overzichtelijk opslaan van de verbandmiddelen;
    • Voorkom beschadiging van de direct-omsluitende verpakking;
    • Voeg geen verbandmiddelen uit een oude distributieverpakking toe aan een nieuwe;
    • Zorg dat, bij het openen van een distributieverpakking, de niet wordt beschadigd.

    Let op

    Gebruik geen plakbandjes, elastiekjes, veiligheidsspelden, nietjes, etc.;
    Vouw verpakkingen niet dubbel;
    Plaats niet-stapelbare artikelen (sondes, katheters) in rekken of manden.

  • Voorraadgrootte afdelingsvoorraad

    • Leg geen grote voorraden materialen aan i.v.m. de houdbaarheidsdata.
    • Stem de voorraad af op het verbruik; Leg een afdelingsvoorraad aan voor maximaal 1 week.
    • Vul deze voorraad minimaal 1 x per week aan vanuit het magazijn of via de leverancier.
  • Controleer 1 x per maand de afdelingsvoorraad op

    • Houdbaarheidsdatum;
    • Beschadigingen van de direct-omsluitende verpakkingen;
    • Voorraadgrootte.
    • Gooi geopende verbandmiddelen weg. Het verband verliest haar steriliteit na opening van de verpakking.
    • Plaats de nieuwe voorraad achter de oude verbandmiddelen.
    • Pak de verbandmiddelen die vooraan staan het eerst.
  • Eisen aan de verbandkar en verbandbox

    • De verbandkar heeft gescheiden vakken voor en niet- materialen.
    • De verbandkar of -box is van goed te materiaal en voorzien van een deksel.
  • Gebruik van een verbandkar

    • Neem de verbandkar niet mee op de cliëntenkamer.
    • Vul de voorraad in de verbandkar aan vanuit de afdelingsvoorraad.
    • Houdt een voorraad aan voor 24-48 uur.
    • Plaats nooit verbandmiddelen vanuit de verbandkar terug in de afdelingsvoorraad.

    Let op

    Zorg voor "éénrichtingsverkeer" : van magazijn -> naar afdelingsvoorrraad -> naar verbandkar

  • Gebruik van een verbandbox op de cliëntenkamer

    • Bewaar verbandmiddelen op een cliëntenkamer in een dichte box, om te voorkomen dat de verpakkingen besmet raken met , of nat worden.
    • Plaats de verbandbox op een schone, droge plaats (dus niet onder het bed of in de badkamer).
    • Vul de voorraad in de verbandbox aan vanuit de afdelingsvoorraad.
    • Houd een voorraad aan voor 24-48 uur.
    • Plaats nooit verbandmiddelen vanuit de verbandbox terug in de afdelingsvoorraad.
    • Gebruik deze verbandmiddelen niet meer voor een andere cliënt.
    • Voer overgebleven materialen die op een cliëntenkamer hebben gelegen, af als huishoudelijk afval.

    Let op

    Zorg voor "éénrichtingsverkeer" : van magazijn -> naar afdelingsvoorrraad -> naar verbandbox

  • Reinigen van de voorraadkast, verbandkar, verbandbox:

    Frequentie van reinigen:

    • Voorraadkast: 1 x per 3 maand
    • Verbandkar: 1 x per week
    • Verbandbox op cliëntenkamer: 1 x per week
    • Haal alle verbandmiddelen uit de kast, verbandkar of verbandbox.
    • Controleer de .
    • Gooi de verbandmiddelen die over de datum zijn, weg.
    • Reinig de kast, kar of box huishoudelijk: gebruik een sopdoek met reinigingsmiddel.
    • Nb. Bij gebruik van microvezeldoek is geen reinigingsmiddel nodig.
    • Laat de kast, kar of box aan de lucht drogen.
    • Plaats daarna de verbandmiddelen terug.
Verantwoordelijkheden
  • Verzorgende / verpleegkundige

    • slaat verbandmiddelen op volgens het protocol;
    • houd de opslag van verbandmiddelen op orde.
  • Leidinggevende

    • is eindverantwoordelijk voor een juiste opslag van verbandmiddelen op de afdeling.
  • Werkgever

    • zorgt voor geschikte kasten, verbandkarren en verbandboxen voor opslag.
Appendix
  • Definities

    • Micro-organismen

      Microscopisch kleine levensvormen, als bacteriën, virussen, schimmels en parasieten.

    • NEN

      Een standaard waarin alle Nederlandse Normen voor allerlei gebruiksvoorwerpen, maar ook voor processen worden vastgelegd. Voor bijna alles is wel een norm beschikbaar, van gebruiksvoorwerpen tot de bescherming van persoonsgegevens.

    • Steriele

      Steriliteit. Er zijn geen micro-organismen op of in een voorwerp aanwezig. (De kans dat er levende micro-organismen aanwezig zijn op een steriel product is kleiner dan 1 op een miljoen.)

    • Houdbaarheidsdatum

      (expiratiedatum of vervaldatum) De uiterste datum van gebruik. Tot deze datum is de kwaliteit van het product gegarandeerd, mits het product op de juiste wijze is bewaard. (Symbool: zandloper)

    • Reinigen

      Het verwijderen van zichtbaar en onzichtbaar vuil. Voorkomt dat micro-organismen zich kunnen handhaven en vermeerderen en worden verspreid.

    • Direct-omsluitende verpakking

      De verpakking om het steriele verbandmiddel. Bijvoorbeeld het papieren omhulsel van een steriel verpakt gaasje.

    • Transportverpakking

      (of verzendverpakking) de transportdoos voor steriele verbandmiddelen met daarin één of meerdere distributieverpakkingen. Te herkennen aan een adressticker.

  • Literatuur

    Richtlijnen Werkgroep Infectie Preventie:

    Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid:

Updategeschiedenis
Type Omschrijving Datum Details
Controle Controle bij publicatie 16 juni 2023