Ik heb een...

Basishygiëne

Basishygiëne
Voorbereiding
  • Doelgroep

    • Verpleegkundigen / verzorgenden
    • Huishoudelijk assistenten
    • Paramedisch personeel
    • Stagiaires/Leerlingen/Nieuwe medewerkers
    • Alle medewerkers die werken met voeding
    • Alle medewerkers die zorghandelingen uitvoeren
    • Vrijwilligers
    • Medisch behandelaar
  • Locatie

    • Verpleeghuis
    • Verzorgingshuizen
    • Woonzorgcentra
    • Kleinschalige woonvormen
    • Thuiszorg
    • Zorglocatie voor langdurige zorg
  • Benodigde materialen

    • Vloeibare zeep en papieren handdoekjes
    • Beschermende kleding; plastic halterschort
    • Handendesinfectans
    • Handschoenen
    • Mondneusmasker
    • Vochtwerende isolatie schort met lange mouwen
    • Spatbril

    Voor eisen materialen zie protocol benodigde materialen

Toepassing
  • Doel

    Het voorkomen van verspreiding van van de ene plaats naar de andere, of van de ene persoon naar de andere. kunnen ook verspreid worden via besmette materialen.

    Basishygiëne beschermt zowel de cliënt als de medewerker.

  • Waarom

    Mensen met een infectie kunnen uitscheiden via . Bij basishygiëne ga je ervan uit dat alle van elke cliënt mogelijk besmettelijk zijn.

    Door standaard maatregelen te nemen kun je ook overdracht voorkomen van nog niet aangetoonde ziekteverwekkende .

  • Wanneer

    Bij alle handelingen waarbij je handen of kleding in contact kunnen komen met of niet intacte huid of slijmvliezen.

    Bij handelingen waarbij kans bestaat op spatten van , moet gezichtsbescherming (mondneusmasker, bril) worden gedragen.
    Denk aan handelingen zoals:
    - opruimen van incontinentiemateriaal;
    - legen van po of urinaal;
    - verzorgen van wonden;
    - contact met sterk bevuild , etcetera.

    Bij cliënten met een infectieziekte kunnen specifieke isolatiemaatregelen nodig zijn, die een aanvulling zijn op de basishygiëne. In het protocol Hoe te handelen bij infecties is aangegeven bij welke infectieziekten extra maatregelen nodig zijn.

Werkwijze
  • 1. Handenreiniging of handendesinfectie

  • 2. Dragen van disposable handschoenen (niet-steriele)

    Draag niet- handschoenen bij alle (zorg)handelingen waarbij kans is op:

    • contact met (direct, bijvoorbeeld via de handen, of indirect bijvoorbeeld door gebruikt instrumentarium), slijmvliezen en/of niet-intacte huid;
    • overdracht van als onderdeel van een isolatiemaatregel;
    • in specifieke situaties zoals aangegeven in de BIG-protocollen.

    Toelichting

    Zorg dat persoonlijke beschermingsmiddelen voorradig zijn in de ruimte of kamer waar ze gebruikt worden.

    Bewaren voor de thuiszorg; gebruik handschoenen bij voorkeur direct uit de verpakking. Als dit niet kan, bewaar ze dan in een afsluitbaar zakje. Bewaar ze niet los in de (broek) zak of los in de tas.

    Let op

    - pas handhygiëne toe vlak vóór het aantrekken en direct na het uittrekken van handschoenen
    - draag handschoenen éénmalig en trek de handschoenen na gebruik direct uit.
    - raak met besmette handschoenen geen telefoons, deurknoppen enz. aan.
    - verwissel de handschoenen direct bij zichtbaar vuil en als deze nat of kapot zijn.
    - verwissel de handschoenen wanneer je naar een "schonere" handeling gaat.
    - gebruik handschoenen taakgebonden, cliëntgebonden en ruimtegebonden.

  • 3. Beschermende kleding (schorten)

    • Draag tenminste een (vochtwerend) halterschort bij kans op bevuiling of nat worden van de kleding (uniform of eigen kleding) met van een cliënt;
    • Draag een schort als onderdeel van isolatiemaatregelen;
    • Draag de altijd gesloten;
    • Draag het schort cliëntgebonden;
    • Gooi het schort na gebruik in de afvalemmer.

    Toelichting

    De beschermende kleding heeft een beschermende functie voor de cliënt en de medewerker. Dienstkleding is geen beschermende kleding !

    Let op

    - trek, na gebruik of bij het verwisselen, het schort uit door deze binnenste buiten te keren en gelijktijdig op te rollen. De buitenkant van de schort moet niet in contact komen met huid of omgeving
    - gebruik de schort taakgebonden, cliëntgebonden of ruimtegebonden
    - verwissel de schort als deze verontreinigd is
    - pas direct na het uitdoen van de schort handhygiëne toe

  • 4. Mondneusmaskers: chirurgisch mondneusmasker en ademhalingsmasker

    Bescherming medewerker

    • Draag een chirurgisch mondneusmasker type IIR bij kans op spatten van in het gezicht.
    • Draag minimaal een chirurgische mondneusmasker type IIR bij contact met cliënten met een infectieziekte die voornamelijk wordt overgedragen via druppels.
    • Draag een FFP2- ademhalingsbeschermingsmasker (zonder uitademventiel) bij contact met cliënten met een infectieziekte die mogelijk overgedragen kan worden of bij aerosolvormende handelingen (zoals het uitzuigen van een trachea of het toedienen van medicatie via verneveling) bij de cliënt.

    Bescherming cliënt

    • Draag als medewerker minimaal een chirurgisch mondneusmasker type IIR als uitscheiding van uit de mond-keelholte of neus van de medewerker naar de cliënt voorkomen moet worden.

    Toelichting

    - gebruik het masker persoonsgebonden en éénmalig
    - een mondneusmasker mag niet onder de kin, om de elleboog of in de jaszak gedragen worden.
    - zorg dat de klem goed is aangedrukt op de neusbrug; de onderzijde onder de kin valt en het middengedeelte voor mond en neus valt.

    Let op

    - gebruik het masker maximaal voor de duur die door de fabrikant is aangegeven (dit is vaak maximaal 3 uur)
    - als het masker continue gedragen wordt, verwissel het masker dan zodra de ademhaling zwaarder wordt en/of het masker vochtig is
    - verwijder het masker op veilige afstand of in een andere ruimte
    - verwijder het masker altijd van achteren naar voren zodat de voorkant niet aangeraakt wordt
    - pas direct handhygiëne toe na verwijderen van het masker.

  • 5. Oogbescherming

    Draag oogbeschermingsmiddel in de volgende situaties:

    • als er kans is dat het oogslijmvlies in contact komt met lichaamsvloeistoffen

    Toelichting

    - verwissel de oogbescherming als deze zichtbaar verontreinigd is
    - eigen (lees) bril geeft onvoldoende bescherming en is geen vervanging voor een oogbeschermingsmiddel

  • 6. Beschermende hoofbedekking

    Gebruik van beschermende hoofdbedekking wordt niet aanbevolen

  • 7. (Douche) laarzen, overschoenen en schoenhoezen

    Gebruik van laarzen, en/of overschoenen wordt niet aanbevolen

    In de thuiszorg en intramurale zorg worden soms wel douchelaarzen of schoenhoezen gedragen. Als dit van toepassing is, gelden de volgende aanbevelingen:

    • Laarzen moeten van goed te materiaal zijn
    • Laarzen direct bij zichtbare verontreiniging
    • Schoenhoezen alleen gebruiken
    • Na gebruik de wegwerpschoenhoezen weggooien
    • Na uittrekken van laarzen of schoenhoezen direct toepassen
  • 7. Voorkom contact met bloed door prikaccidenten

    Toelichting

    Via prikaccidenten kunnen het hepatitis B-virus, hepatitis C-virus en Humaan Immunodeficiëntie Virus (HIV) worden overgedragen.

Verantwoordelijkheden
  • Medewerkers

    • dragen de beschermingsmiddelen in de aangegeven situaties.
  • Werkgever

    • biedt de benodigde materialen aan, die aan de gestelde normen voldoen.
Appendix
  • Definities

    • Cliëntgebonden

      Materialen moeten altijd bij één en dezelfde cliënt worden gebruikt.

    • Micro-organismen

      Microscopisch kleine levensvormen, als bacteriën, virussen, schimmels en parasieten.

    • NEN

      Een standaard waarin alle Nederlandse Normen voor allerlei gebruiksvoorwerpen, maar ook voor processen worden vastgelegd. Voor bijna alles is wel een norm beschikbaar, van gebruiksvoorwerpen tot de bescherming van persoonsgegevens.

    • Wasgoed

      Gebruikt linnengoed, zoals kleding, handdoeken, washandjes, beddengoed, keukenlinnen etc. Vuil wasgoed moet gescheiden zijn van schoon linnengoed.

    • Steriele

      Steriliteit. Er zijn geen micro-organismen op of in een voorwerp aanwezig. (De kans dat er levende micro-organismen aanwezig zijn op een steriel product is kleiner dan 1 op een miljoen.)

    • Lichaamsvloeistoffen

      Bloed, feces, urine, wondvocht, pus, sputum, braaksel, etc.

    • Beschermende kleding

      Bijvoorbeeld een vochtwerend schort of isolatiejas met lange mouwen. Het dragen van beschermende kleding voorkomt besmetting van de eigen (dienst)kleding met lichaamsvloeistoffen en wordt cliëntgebonden gedragen.

    • Reinigen

      Het verwijderen van zichtbaar en onzichtbaar vuil. Voorkomt dat micro-organismen zich kunnen handhaven en vermeerderen en worden verspreid.

    • Aërogeen

      “Via de lucht”. Dit woord wordt gebruikt om aan te geven dat micro-organismen in zeer kleine druppeltjes (druppelkernen) via de lucht kunnen worden verspreid. Een wolk van kleine of zeer kleine druppeltjes wordt een aërosol genoemd.

    • Handhygiëne

      Handhygiëne betreft het reinigen, of desinfecteren en het geregeld aanvullend verzorgen van de handen, polsen en onderarmen.

  • Literatuur

Updategeschiedenis
Type Omschrijving Datum Details
Wijziging Update met de SRI richtlijnen 24 juli 2025
Controle Controle bij publicatie 01 mei 2023