Ik heb een...

Hoe te handelen bij infecties

Hoe te handelen bij infecties
Voorbereiding
  • Doelgroep

    • Verpleegkundigen / verzorgenden
    • Huishoudelijk assistenten
    • Paramedisch personeel
    • Specialisten ouderengeneeskunde
    • Alle medewerkers die zorghandelingen uitvoeren
    • Medisch behandelaar
  • Locatie

    • Verpleeghuis
    • Verzorgingshuizen
    • Woonzorgcentra
    • Kleinschalige woonvormen
    • Thuiszorg
    • Zorglocatie voor langdurige zorg
  • Benodigde materialen

    Voor eisen materialen zie protocol benodigde materialen

Toepassing
  • Doel

    Het nemen van gerichte isolatiemaatregelen bij cliënten met infecties of (multi-)resistente bacteriën, om verspreiding van de te voorkomen.

  • Waarom

    Basishygiëne maatregelen moeten bij alle cliënten genomen worden.

    Bij cliënten met een infectie of een multiresistente bacterie zijn meestal aanvullende beschermende maatregelen nodig. Deze extra beschermende maatregelen zijn erop gericht om verspreiding van ziekmakende of resistente naar andere cliënten of medewerkers te voorkomen. De maatregelen die genomen moeten worden zijn gericht op de verspreidingswegen van het micro-organisme.

    De voorgeschreven maatregelen zijn zo beperkt mogelijk gehouden, maar strikt noodzakelijk.

  • Wanneer

    In de tabel zijn de indicaties voor isolatie opgenomen. Per infectieziekte of micro-organisme is aangegeven welk protocol van toepassing is en hoelang de maatregelen genomen moeten worden. De isolatiemaatregelen moeten worden genomen bij verdenking op, of bewezen infectieziekten.

Werkwijze
  • In onderstaand schema zijn infectieziekten opgenomen die voor kunnen komen in de langdurige zorg en/of thuiszorg. Zeer zeldzame infectieziekten zijn niet vermeld. Bij infectieziekten die niet in het schema staan, overlegt de met een arts-microbioloog of deskundige infectiepreventie.

    In het document Zwangerschap en Infectieziekten kunt u de tabel met extra informatie voor zwangeren vinden.

    Toelichting

    In het schema is per infectieziekte aangegeven:
    (1e kolom) ziekte/ micro organisme;
    (2e kolom) in welke lichaamsvloeistof(fen) het micro-organisme aanwezig is;
    (3e kolom) welk protocol gevolgd moet worden (met een directe link naar het protocol);
    (4e kolom) noodzaak eigen sanitair/ toilet;
    (5e kolom) hoelang de maatregelen genomen moeten worden en aandachtspunten zoals mogelijke risico´s voor zwangere medewerksters en meldingsplichtige infectieziekten.

  • Tabel infectieziekten

    Ziekte / Micro organismeLichaamsvloeistof / BronProtocolNoodzaak eigen sanitair met eigen toiletDuur v.d. maatregelen en aandachtspunten
    Abces, open afvloedPusContactisolatieneeTot stop pus drainage
    Acute luchtweginfectieOnbekende verwekkerDruppel-ContactisolatieneeTot klinisch herstel
    Adenovirus infectie

    Adenovirus

    Druppel-ContactisolatieneePersonen die niet hygiëne bewust zijn

    Tot genezing

    Acinetobacter, multiresistentBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij Acinetobacter en (KPC)jaBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie.
    AIDS (HIV-drager)BloedBasishygiëne

    Naaldencontainer

    neeN.v.t.
    Angina, keelontsteking, faryngitis, tonsillitis pneumonie^Druppel-ContactisolatieneeTot 24 uur na start effectieve therapie

    Bof (Bofvirus)

    DruppelDruppel-ContactisolatieneeTot 9 dagen na begin van de zwelling
    Braken + diarreeBraaksel, fecesContactisolatie bij diarreejaTot einde braken en diarree.
    Braken + diarree
    uitbraaksituatie
    Braaksel, fecesMaatregelen bij meerdere gevallen van buikgriep

    ja

    Meldingsplichtig

    Vuistregel: Meldingsplichtig bij meer dan 1/5 van de unit of afdeling per week. Of meer dan 1/10 van de locatie of instelling per week.

    Duur van de maatregelen in overleg met deskundige infectiepreventie, arts-microbioloog of

    "BRMO" (Bijzonder Resistente micro-organismen)Bacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij (o.a. ESBL)jaBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie.
    Candida aurisVolgt
    Clostridium difficile of Clostridioides difficileFecesContactisolatie bij Clostridioides difficilejaTot einde diarree (tenminste 48 uur normale ontlasting)
    Conjuctivitis
    adenovirus of andere virale verwekker
    TraanvochtContactisolatieneeTot klinisch herstel
    CoV-2 ( Corona)LuchtwegenDruppelisolatie bij COVIDneeTot 24 uur klachtenvrij met een maximum van 5 dagen na start symptomen
    CPEBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij Acinetobacter en (KPC)jaMeldingsplichtig
    Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie.
    DecubitusWondBasishygiëneneeN.v.t.
    Diarree, onbekende verwekker^FecesContactisolatie bij diarreejaTot einde diarree of tot uitsluiten infectieuze oorzaak
    Diarree
    uitbraaksituatie
    Braaksel, fecesMaatregelen bij meerdere gevallen van buikgriepjaMeldingsplichtig

    Vuistregel: Meldingsplichtig bij meer dan 1/5 van de unit of afdeling per week. Of meer dan 1/10 van de locatie of instelling per week.

    Duur van de maatregelen in overleg met deskundige infectiepreventie, arts-microbioloog of

    Difterie^

    Corynebacterium diphteriae

    Slijmvlies van keel/neus of uit wondvocht huidleasiesContactisolatie bij cutaan

    Druppel-Contactisolatie bij luchtwegen

    nee2x negatieve kweken na 48 uur staken antibiotische therapie
    Echovirus infectieVirus kan in één of meerdere worden aangetoondDruppel-ContactisolatiejaTot einde diarree/braken
    EHEC-bacterie (of STEC)FecesContactisolatie bij EHECjaBij verdenking of infectie met EHEC: overleg met een deskundige infectiepreventie over toepassing van het protocol.
    Enterovirus infectie zonder neurologisch beeldVirus kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatiejaTot einde klachten
    Enterovirus infectie met neurologisch beeld Acute Flaccid Myelitis (AFM, acute slappe paralyse)Enterovirussen: uit typering blijkt Enterovirus type D68Druppel-ContactisolatiejaTot einde diarree/braken, daarna contactisolatie tot 7 weken na de eerste ziektedag
    Erysipelas - Zie wondroos^
    Streptococcus pyogenes (streptokok groep A)
    ESBL-bacterieBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij (o.a. ESBL)jaBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie.
    Fasciitis necrotians

    Streptococcus pyogenes (streptokok groep A

    Speeksel/ Keelslijm/ Bloed/ Wondvocht

    ContactisolatieneeTot 24 uur na start effectieve therapie en klinisch herstel
    Folliculitis

    Staphylococcus aureus

    PusContactisolatieneeTot herstel
    Gordelroos (Herpes Zoster)^(vocht uit) blaasjesContactisolatienee

    Tot de laatste blaasjes zijn ingedroogd.

    Mogelijk risico Zwangeren*

    Griep - zie Influenza^

    Neusuitvloeiing / Keelslijm / Speeksel

    Druppelisolatie bij influenzanee

    Tot klinisch herstel

    ** zie opmerking onder tabel

    Hepatitis AFecesContactisolatie bij Hepatitis AjaTot 1 week na het ontstaan van de geelzucht.

    Meldingsplichtig

    Hepatitis B en CBloedBasishygiëne

    Naaldencontainer

    nee

    N.v.t.

    Meldingsplichtig

    Hepatitis EFecesContactisolatie bij Hepatitis AjaTot negatieve PCR op feces
    Herpes simplex(vocht uit) blaasjesContactisolatieneeTot korstvorming
    Herpes zoster zie Gordelroos



    Hersenvliesontsteking zie Meningoencefalitis
    Hoofdluis (Pediculosis)Haar, kammen, kledingMaatregelen bij hoofdluisneeTot ontluizing
    Huidinfecties (bacterie, schimmel)Pus, korsten, blaarvocht, huidschilfersBasishygiëneneeN.v.t.
    HPV

    Humaan Meta Pneumovirus

    CervixslijmDruppel-ContactisolatieneeTot klinisch herstel
    Invasieve streptokokkeninfectie (fasciitis necroticans, sepsis, streptokok groep A)Bacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatieneeTot 24 uur na start effectieve therapie

    Meldingsplichtig

    Influenza Zie Griep


    Kinkhoest (Pertussis)HoestdruppelsDruppel-Contactisolatienee

    Tot 5 dagen na start antibiotica.
    Zonder behandeling; tot 3 weken na begin typische hoestbuien.

    Meldingsplichtig

    KPCBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij Acinetobacter en (KPC)jaMeldingsplichtig
    Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie.
    Krentenbaard^ (impetigo)Vocht van de blaasjesContactisolatie indien niet hygiënebewustneeTot de laatste blaasjes zijn ingedroogd.
    LegionellaWaterdruppelsGeennee

    N.v.t.

    Meldingsplichtig

    Luchtweginfectie (anders dan tuberculose, meningokok en COVID-19)Hoestdruppels

    Goede hoestdiscipline en goede handhygiëne

    neeN.v.t.

    zie ook poster hoestdiscipline

    Mazelen^HoestdruppelsAerogeen***
    Druppel-Contactisolatie

    Overleg eerst met arts en deskundige infectiepreventie alvorens patiënt op te nemen in zorginstelling

    Mogelijk risico Zwangeren*

    T/m 4 dagen na het uitbreken van het exantheem.

    Meldingsplichtig

    Meningoencefalitis (hersenvliesontsteking)

    Haemophilus influenza type B

    Neisseria meningitidis

    Nog onbekende verwekker

    Via hoestdruppels


    Druppel-Contactisolatienee

    Tot 24 uur na start therapie

    Bij onbekende verwekker: Tot negatieve kweek of tot verwekker bekend is. Volg dan beleid van de verwekker.

    Meldingsplichtig

    MpoxSlijmvliezen en vocht uit huidlaesiesDruppel-ContactisolatieTot alle korstjes van de huid zijn gevallen en er geen overige klachten meer aanwezig zijn
    Meldingsplichtig
    MRSABacterie kan in één of meerdere worden aangetoondMRSA- isolatieprotocoljaBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie.
    Multiresistente AcinetobacterBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij Acinetobacter en (KPC)jaBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie.
    Multiresistente bacterie (anders dan , , , Acinetobacter)Bacterie kan in één of meerdere aangetoondjaMaatregelen in overleg met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog
    NetelroosAllergische reactie.
    Geen infectieziekte.
    Geen extra maatregelenneeN.v.t.
    Norovirus^Feces, braakselContactisolatie bij diarreejaTot tenminste 48 uur klachtenvrij (geen braken, diarree meer)
    Norovirus
    uitbraaksituatie
    Feces, braakselMaatregelen bij meerdere gevallen van buikgriepjaMeldingsplichtig

    Vuistregel:Meldingsplichtig bij meer dan 1/5 van de unit of afdeling per week. Of meer dan 1/10 van de locatie of instelling per week.

    Duur van de maatregelen in overleg met , arts-microbioloog of deskundige infectiepreventie.

    Pertussis - Zie Kinkhoest

    Pneumonie (luchtweginfectie, anders dan meningokok, tuberculose en COVID-19)HoestdruppelsGoede hoestdiscipline en goede handhygiëneneeI.g.v penicilline resistente of multiresistente pneumokok overleg met deskundige infectiepreventie over Druppelisolatie met FFP1 masker en beschermende kleding
    Polio

    Feces

    Respiratoire secreties

    Druppel-ContactisolatiejaTot 7 weken na aanvang klachten
    PrikaccidentGebruikte naaldWat moet ik doen bij een prikaccidentRaadpleeg de afspraken in de zorginstelling.
    (Penicilline Resistente Pneumokok)Hoestdruppels, sputum
    Druppelisolatie bij PRP
    neeBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie
    Pseudomonas (multi-)resistentBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij (o.a. ESBL)jaBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie.
    Resistente Enterobacteriaceae
    (anders dan , KPC)
    Bacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij (o.a. ESBL)jaBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie.
    RingwormHuidContactisolatieTot klinisch herstel
    Rode hond (Rubella)HoestdruppelsDruppel-Contactisolatie

    Tot 7 dagen na uitbreken huiduitslag

    Mogelijk risico Zwangeren *

    Zie onderaan deze tabel.

    Meldingsplichtig

    Roodvonk^

    Streptococcus pyogenes (streptokok groep A)

    Hoestdruppels


    Druppel-ContactisolatieTot 24 uur na aanvang van effectieve antibiotica therapie
    RotavirusfecesDruppel-ContactisolatiejaTot einde klachten
    RS virusHoestdruppelsGoede hoestdiscipline en goede Handhygiëne

    Druppel-Contactisolatie

    neeTot klinisch herstel
    Salmonella^

    (incl. tyfus, paratyfus)

    FecesBasishygiëne

    Personen die niet hygiënisch bewust zijn Contactisolatie

    jaMeldingsplichtig bij 2 of meer gevallen. Bespreek met deskundige infectiepreventie of melding nodig is.
    Sapovirus

    Feces

    zie richtlijnen NORO virusja
    Scabiës
    (scabies, schurft)
    Huidlaesies (Schurft)
    Draag tijdens de zorg handschoenen en schort met lange mouw.
    Richtlijn RIVM
    Eventueel contactonderzoek starten

    Meldingsplichtig bij 2 of meer gevallen.

    Shigellosis,^dysenterieFecesContactisolatiejaTot einde klachten
    STEC-bacterie (of EHEC)FecesContactisolatie bij EHECjaMeldingsplichtig
    Bij verdenking of infectie met EHEC: overleg met een deskundige infectiepreventie over toepassing van het protocol.
    Stenotrophomonas (multi-)resistentBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij (o.a. ESBL)jaBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie
    ToxoplasmoseN.v.t.
    (niet van mens op mens)
    geenMogelijk risico zwangeren*
    Tuberculose (open)***Aërosolen (zeer kleine hoestdruppels)Aerogeen***jaIn overleg met afdeling Tuberculosebestrijding, GGD
    Meldingsplichtig
    VoetschimmelBesmette vloeren van bad- en doucheruimte schoeisel (slippers) dragenN.v.t.
    Urineweginfectie (geen , of multiresistente bacterie)UrineBasishygiëne

    nee

    N.v.t.

    Virale luchtweginfecties^

    Coxsackievirus

    Enterovirussen

    Virus kan in één of meerdere worden aangetoondDruppel-ContactisolatiejaTot klinisch herstel
    VRE-bacterieBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij VREjaBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie

    Waterpokken***

    Varicella Zoster VirusAërogene isolatie***jaTot de laatste blaasjes zijn ingedroogd
    Wondroos (Erysipelas)^
    Streptococcus pyogenes (streptokok groep A)
    Blaasjes, wondvocht, pusContactisolatienee
    Tot 24 uur na aanvang van effectieve therapie

    * Mogelijk risico zwangeren

    Voor uitgebreide informatie zie: Zwangerschap en Infectieziekten

    Bij vragen kan de zwangere contact opnemen met de Bedrijfsgeneeskundige Dienst.

    ** Influenza (griep)

    Om verspreiding zo veel mogelijk te voorkomen moeten in opdracht van de behandelaar aanvullende maatregelen worden genomen (bijvoorbeeld: geen uitwisseling van personeel). Bij een epidemie kan het nodig zijn om cliënten in cohort te verplegen.

    ***Aërogene isolatie

    Aërogene isolatie is niet volwaardig uit te voeren in de langdurige zorg. Als dit van toepassing is voor de cliënt, dient dit voor de specifieke situatie een maatadvies met passende maatregelen te worden vastgesteld.

    ^ Van toepassing voor de thuiszorg

    Voor de thuiszorg is de isolatie-indicatie niet gericht op het voorkomen van transmissie in de omgeving. De cliënt en eventuele huisgenoten maken immers gebruik van hetzelfde sanitair en materialen en isolatie is veelal niet mogelijk/wenselijk. De algemene voorzorgsmaatregelen en infectiepreventiemaatregelen m.b.t. reiniging en desinfectie gelden wel.


Verantwoordelijkheden
  • Medisch behandelaar

    • stelt isolatie in;
    • informeert cliënt en/of familie over de isolatiemaatregelen;
    • coördineert de medische gang van zaken rondom opname en behandeling;
    • beslist wanneer isolatiemaatregelen opgeheven kunnen worden;
    • is verantwoordelijk voor informatie overdracht van een cliënt naar een andere instelling;
    • is verantwoordelijk voor melding aan van meldingsplichtige infectieziekten;
    • zo nodig overleg met arts-microbioloog of deskundige infectiepreventie.
  • Leidinggevende

    • informeert de medewerkers over de isolatie;
    • plaatst cliënt op een kamer die voldoet aan gestelde eisen;
    • zorgt voor een adequate personele bezetting;
    • zorgt voor voldoende beschermende middelen.
  • Medewerkers

    • volgen de (isolatie)protocollen op.
  • Zelfsturende teams

Appendix
  • Definities

    • Cliëntgebonden

      Materialen moeten altijd bij één en dezelfde cliënt worden gebruikt.

    • Micro-organismen

      Microscopisch kleine levensvormen, als bacteriën, virussen, schimmels en parasieten.

    • Norovirus

      Een virus dat een infectie veroorzaakt, met als meest voorkomende symptomen: misselijkheid, braken, hoofdpijn, diarree en milde koorts

    • GGD

      Gemeentelijke Gezondheidsdienst

    • NEN

      Een standaard waarin alle Nederlandse Normen voor allerlei gebruiksvoorwerpen, maar ook voor processen worden vastgelegd. Voor bijna alles is wel een norm beschikbaar, van gebruiksvoorwerpen tot de bescherming van persoonsgegevens.

    • Lichaamsvloeistoffen

      Bloed, feces, urine, wondvocht, pus, sputum, braaksel, etc.

    • Beschermende kleding

      Bijvoorbeeld een vochtwerend schort of isolatiejas met lange mouwen. Het dragen van beschermende kleding voorkomt besmetting van de eigen (dienst)kleding met lichaamsvloeistoffen en wordt cliëntgebonden gedragen.

    • Norovirus

      Een virus dat een infectie veroorzaakt, met als meest voorkomende symptomen: misselijkheid, braken, hoofdpijn, diarree en milde koorts

    • PRP

      Penicilline Resistente Pneumokok

    • EHEC

      Entero Haemorrhagische Eschericha coli. Bij een infectie met de EHEC-bacterie kan de patiënt hevige, bloederige diarree krijgen. Een EHEC-infectie kan ook leiden tot het HUS (Hemolytische Uremisch Syndroom) waarbij er ernstige nierschade is, waardoor de patiënt tijdelijk nierdialyse moet krijgen.

    • Staphylococcus aureus

      Bacterie die bij ongeveer 30% van de bevolking voorkomt in de neus en op de huid. Gezonde mensen worden van deze bacterie niet ziek. Echter, bij mensen met een sterk verminderde weerstand kan de bacterie infecties veroorzaken, wat kan leiden tot een steenpuist maar ook tot bloedvergiftiging of longontsteking

    • ESBL

      Extended Spectrum Beta Lactamase (een eiwit). Bacteriën die het ESBL-eiwit bij zich dragen, worden ESBL-bacteriën genoemd. Deze bacteriën zijn ongevoelig ( = resistent) voor een aantal antibiotica.

    • BRMO

      Bijzonder resistente micro-organismen. Dit zijn (ziekmakende) micro-organismen die ongevoelig zijn voor de eerste keus antibiotica of tegen een combinatie van antibiotica. Zonder aanvullende maatregelen kunnen deze BRMO's tot verspreiding leiden.

    • Clostridioides difficile

      nieuwe benaming voor de Clostridium difficile; Een bacterie die een ziektebeeld, variërend van een milde diarree tot een levensbedreigende colitis (ontsteking van de dikke darm) kan veroorzaken. De bacterie is zeer besmettelijk door de vorming van sporen die zeer resistent zijn tegen o.a. droogte, warmte, maagzuur, alcohol, chloor en gewone schoonmaakmiddelen.

    • CPE

      Carbapenemase producerende Enterobacterales. Bacteriën uit de groep van de Enterobacteriën, die het eiwit carbapenemases aanmaken. Met dit eiwit kunnen de bacteriën carbapenems (antibiotica afbreken). De carbapenems worden beschouwd als de laatste klasse van antibiotica waarvoor bacteriën vaak nog gevoelig zijn.

    • VRE

      Vancomycine Resistente Enterokokken. Deze bacteriën zijn ongevoelig (= resistent) voor een aantal antibiotica

    • Multiresistent

      Ongevoelig voor meerdere antibiotica

    • KPC

      Carbapenemase producerende Enterobacterales. Bacteriën uit de groep van de Enterobacteriën, die het eiwit carbapenemases aanmaken. Met dit eiwit kunnen de bacteriën carbapenems (antibiotica afbreken).

    • MRSA

      Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus. Een Staphylococcus aureus bacterie die ongevoelig is voor een aantal antibiotica.

    • Scabiës

      Jeukende aandoening, veroorzaakt door een mijt. Scabiës is een zeer besmettelijke aandoening.

    • Prikaccident

      Bij een prik- of snijaccident komt bloed (of een andere lichaamsvloeistof) van de ene persoon via een scherp voorwerp, bijvoorbeeld een injectienaald of lancet, in het lichaam van een ander.

    • Handhygiëne

      Handhygiëne betreft het reinigen, of desinfecteren en het geregeld aanvullend verzorgen van de handen, polsen en onderarmen.

    • Medisch behandelaar

      Een zorgverlener die beroepsmatig medische behandelingen uitvoert of coördineert bij een patiënt. Dit kan een specialiste ouderengeneeskunde zijn maar ook verpleegkundig specialisten of physician assistants.

  • Literatuur

    Richtlijn Landelijke Coördinatie Infectieziektenbestrijding (LCI)

    Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid

    SRI richtlijn



Updategeschiedenis
Type Omschrijving Datum Details
Wijziging Tabel infectieziekten uit SRI- richtlijn Isolatie in de langdurige zorg is geüpdatet 05 augustus 2025
Wijziging Tabel infectieziekten uit SRI- richtlijn Isolatie in de langdurige zorg is verwerkt. 28 mei 2025
Wijziging Toegevoegd in tabel infectieziekten: Bof met verwijzing naar druppelisolatie 20 februari 2025
Wijziging Toegevoegd bij Mogelijk risico voor Zwangeren* : het document: Zwangerschap en infectieziekten 29 februari 2024
Wijziging Krentenbaard (impetigo) is toegevoegd in het infectieziekten tabel 18 juli 2024
Wijziging Meldingsplicht CoV-2 is vervallen en verwijderd uit de tabel 14 juni 2023
Controle Controle bij publicatie 01 mei 2023